Het casino wordt bezocht door vogels van allerlei pluimage. Ze staan op elke sport van de sociale ladder: van hersenchirurg tot brandkastenkraker, van intellectueel tot iemand waarbij de achterkant van een varken op een universiteit lijkt.
Je hebt er grappenmakers bij en grommers, aardigen en agressievelingen, miljonairs en bijstandtrekkers. De ene koketteert met zijn schoonheid, de andere probeert zijn lelijkheid te verbergen.
Casinomensen zien die dagelijkse stoet aan zich voorbij trekken met een mengeling van verbazing en geamuseerdheid. En dat laatste vooral door de uitschieters...
Willie de Wipper
Hij was een klein dik mannetje met een weelderige bos grijs haar en een klein gouden brilletje. Hij kwam zo'n vier keer in de week en had zijn vaste plaats aan de FR-tafel.
Zijn bijnaam had hij te danken aan het tomeloze op en neer wippen op zijn stoel als het balletje rolde. In zijn geestdrift leek hij als twee druppels water op een Australische kangeroe. Begrijpelijk dat het tot de nodige onrust en irritatie leidde bij zijn medespelers.
Zo ook bij een frequente gast Willem, een oud marinier. Hoewel hij al een aantal keren zijn ongenoegen had geventileerd over al dat 'gesodemieter', wist Willie van geen ophouden. Tot op een avond onze Willem, zonder dat we het wisten, tot actie overging.
Willie zat weer eens vol spanning en midden in zijn 'wip-sessie', toen Willem zijn kans schoon zag en pijlsnel een 'schetenkussentje' onder Willie's derrière schoof.
De kunstmatige en natuurlijk klinkende winderigheid was tot drie tafels ver te horen. De beschuldigende blikken en opgetrokken neuzen waren de afmakers. Het rode hoofd van Willie werd zo mogelijk nog roder. Hij geneerde zich rot.
Het gezicht van Willem stond zo onschuldig als dat van een pasgeboren baby toen hij vroeg wat die viezigheid allemaal te betekenen had. En Willie, die opgesprongen was en de oorzaak van zijn gênante situatie omhoog hield, kon de lachers niet meer tegenhouden.
Sindsdien was Willie een heel stuk rustiger aan de speeltafel. En dreigde hij weer eens in de fout te gaan, dan was de bestraffende blik van Willem voldoende om de rust terug te brengen.
Kleine Steine
Nog zo'n markant figuur was 'Kleine Steine'. Een oud Duits vrouwtje met een knotje, een spits gezichtje en kleding uit de jaren dertig. Ze kon zó weggelopen zijn uit een sprookje als het lieve toverheksje. Het was een lief en chaotisch persoontje, dat echter een paar onhebbelijkheden had.
Als ze de kans schoon zag verschoof ze stukjes op de dozijnen van de tweetjestafel of haalde er de verkeerde van af.
Ook vroeg ze bij een uitbetaling altijd om kleine Steine (kleine steentjes) als ze tweetjes wilde. Vandaar haar bijnaam.
Op een drukke avond, ze was weer eens aan het goochelen op de dozijnen, viel haar stoel om net toen ze wilde gaan zitten. Tot grote schrik van ons allen die het ergste vreesden voor het broze mensje, duvelde ze op de grond!
De chef schoot overeind en bereidde zich voor op het ergste. Zijn strak gespannen blik richtte zich op de plek des onheils. Maar tien seconden later ontsnapte hem een diepe zucht van verlichting. En zijn ogen begonnen te twinkelen toen hij een knokig handje boven de tafelrand tevoorschijn zag komen en er een tweetje van het eerste naar het tweede dozijn verschoven werd...