De Roulettekogel


"Als jij satanisch rolt en ratelt, met hoon verachtend mijn ziel en kapitaal verscheurt, blijf ik toch geloven in jou jij Geluksgodin, want straks, ja straks, lach je me liggend vanuit mijn nummer toe als het geluk wederkeert."

De roulettekogel is eigenlijk al eeuwen de Koningin van het casino. Het is zíj die bepaalt wie tot de gelukkigen behoort en wie met trillende hand zijn laatste cent op de speeltafel zet en ziet verdwijnen. Ze schuift met fortuinen, maar weet hoe tijdelijk dit is. Ze heeft vele aanbidders, maar haar loyaliteit ligt te allen tijde bij haar geliefde: Het Casino.

La Boule
Heel lang werd de roulettekogel aan de Franse Roulette La Boule genoemd. Je had er op elke tafel twee. Een in gebruik en een in reserve voor als een kogel zou verdwijnen. En dat gebeurde vaker dan je zou denken.


In de casino's van de vorige eeuw, ver voor Holland Casino bestond, lag de reservekogel op een van twee fraai bewerkte houten schaaltjes. Ze bevonden zich links en rechts van de chef aan de Manque of Passe kant. Hij lag aan de kant van Le Bouleur, de croupier die de kogel gaf.
Nam de collega tegenover hem na een half uur zijn taak over, dan verhuisde de reservekogel naar het schaaltje aan zíjn kant. De chef annonceerde dan: 'La Boule passe!' (De kogel verhuist)
De gasten konden op die manier precies zien welke croupier er draaide.

Nieuw soort kogel
Eeuwenlang was de roulettekogel van ivoor. Tot zo'n veertig jaar geleden. Om economische en ethische redenen werd hij vervangen door een exemplaar van een speciaal soort kunststof. Dat was niet alleen stukken goedkoper, maar paste ook beter in het tijdsbeeld waarin men de ivoorhandel op alle mogelijke manieren terug wilde dringen.

Daar was niet iedere speler blij mee. Geroutineerde spelers vonden de kunststof kogel teveel stuiteren en te wispelturig. Het was nauwelijks mogelijk er berekeningen op los te laten. Iets wat bij zijn ivoren voorganger veel beter kon. Althans, dat was de gedachte bij veel spelers. Ook bij hen trouwens die al kapitalen hadden verloren. 

Zij meenden, door gedurende een aantal spelen de snelheid van de kogel in de gaten te houden, het nummer te kunnen voorspellen waarin het balletje zou vallen. Deze zogenaamde Kessel Guckers (Cilinder Kijkers) klaagden steen en been. Ze waren er stellig van overtuigd dat ze door het casino vanwege die nieuwe 'plastic bal' een oor aangenaaid werden.

Toestanden rond de kogel
Dat de roulettekogel regelmatig onderwerp van aandacht was, kwam niet alleen door het materiaal.


Op een avond meende een speler dat hij ten onrechte niet betaald was. De discussie escaleerde en de emoties liepen hoog op.

'Er wordt hier niet meer gedraaid voordat ik betaald ben!' schreeuwde de man uiteindelijk. Vliegensvlug griste hij de kogel uit de roulettebak en stopte die in zijn zak.

De chef, voor geen kleintje vervaard, pakte het reservekogel en legde die in het vakje van de cilinder waar de vorige kogel lag.

Ook die stak de gast in zijn broekzak.
De toegesnelde zaalchef kon praten als Brugman, maar de gast weigerde de kogels terug te geven. En al die tijd lag het spel stil. Een doodzonde in een casino.

Nadat zelfs tot drie, vier keer toe een geleende kogel van een andere speeltafel door de gast was weggegrist, kreeg de discussie pas zijn ontknoping.

De gast gast werd door Security bij zijn lurven gepakt, afgevoerd en kreeg een entreeverbod.

De kogels werden aan de zaalchef overhandigd. Die nam ze direct mee om te controleren of alles oké was met de kogels. Een gevolg van de pijnlijke les uit het verleden die men geleerd had.

Want zo'n vier jaar tevoren had er zich een identieke situatie voorgedaan.

Pijnlijke les
Een speler eiste op hoge toon een uitbetaling en griste de kogel weg. Na een hevige discussie gaf hij uiteindelijk de kogel terug aan de chef. De kogel werd in het vakje van de cilinder geplaatst en het spel werd voortgezet. En toen gebeurde er iets merkwaardigs.

In plaats van op de normale rustige manier rond te rollen, leek de kogel op sommige momenten abrupt te vertragen en naar beneden te vallen. Niet zelden kwam hij in een nummer waarop hoog werd gespeeld.

Het duurde even voordat de alarmbellen gingen rinkelen. Na een grondige observatie door de zaalleiding werd besloten de kogel om te ruilen en mee te nemen.

Al snel kwam de aap uit de mouw, of beter gezegd het metaal uit de kogel.

Op geraffineerde wijze had men de kogel nagemaakt en van een metalen kern voorzien. Door dat metaal en het gebruik van sterke magneten die verborgen waren in handtasjes, had men invloed op de plek waar de kogel naar beneden ging.

Amateuristisch
Jaren later op een drukke avond gebeurde weer iets dergelijks. De kogel had niet zijn gewone loop in de roulettebak. Maakte zelfs vreemde sprongen.

Nader onderzoek wees uit dat een gast, voorzien van een polstasje met daarin een soort föhn, een sterke luchtstroom veroorzaakte. Hij hoopte de kogel naar zijn nummers te blazen. Het gebeurde allemaal lachwekkend amateuristisch.
Dat de gast de Belgische nationaliteit had, zal wel toeval geweest zijn.

Kogel geven
De techniek om een kogel te geven aan de Roulette lijkt eenvoudig maar is het niet. Menig jonge croupier heeft er slapeloze nachten van gehad. Want als je niet goed 'kogel gaf', dan schoot hij alle kanten op.

Soms was hij niet meer terug te vinden. Maar was dat wel het geval, dan kon het zijn in een glas bier, op de schoot van een geschrokken dame of midden in een ruïne van jetons op tafel.

Als croupier zat je natuurlijk compleet voor gek wanneer je de kogel als een raket lanceerde.
En helemaal als je chef dan ook nog eens met een vette smile riep: 'Houston we have a problem!'

Dan was er op dat moment niets waar je een grotere hekel aan had dan aan dat verdomde witte balletje.

'De Koningin van het Casino? An me hoela!'