Casinobazen voelden zich bedreigd. |
Toen in 1976 Casino Zandvoort open ging was niet iedereen even blij. En dan bedoel ik niet sommige streng christelijke groeperingen die het casino beschouwden als 'Het huis van de Duivel'. Nee, in de illegale gokwereld van Den Haag en Amsterdam waren grote zorgen. De casinobazen zagen in Zandvoort een bedreiging. De geldstroom zou stukken minder kunnen worden.
Aanvankelijk dacht men dat het nogal mee zou vallen. 'Dat casinootje in Zandvoort was geen blijvertje.'
Maar toen ze in de eerste maanden met eigen ogen zagen hoeveel mensen er kwamen en hoeveel geld er over tafel rolde, schrokken ze. Als ze niet uitkeken zou dit casino en de anderen die gepland waren straks niet meer zijn weg te denken Nederland!
Concrete signalen. |
Een van de Nederlandse veiligheidsdiensten kreeg signalen uit de onderwereld dat er acties op touw werden gezet. Op zeker moment kreeg men hele concrete informatie.
Op een bepaalde avond zouden er in de speelzaal van Casino Zandvoort knokploegen rondlopen. Ze zouden een puinhoop maken van het interieur en zorgen dat de gasten doodsbang werden, zodat die niet meer zouden komen.
Er vond op hoog niveau een vergadering plaats. Wat moest men doen? Je kon geen buslading agenten in de speelzaal loslaten. Ook een sluiting op die avond bood geen soelaas. Afgezien van veel verlies aan inkomsten, zou het slechts uitstel van executie betekenen. Men zat met de handen in het haar.
Die betreffende avond werd Wim Ruska* met zijn hele judosportschool uitgenodigd om op kosten van het casino een vip-avond door te brengen in Casino Zandvoort. Ruska en zijn mannen vonden het prachtig! En ze beloofden een oogje in het zeil te houden die avond.
De spanning was te snijden toen de bewuste avond aanbrak.
Dat wil zeggen bij de ingewijden. Voor de rest van het casinopersoneel was het 'business as usual'. Zij waren niet op de hoogte van de dreiging. Wat hen wel opviel was het aantal kleerkasten dat rondliep.
Agenten strategisch opgesteld. |
Agenten in burger, die zich tussen de gasten hadden gemengd, stonden op strategische punten opgesteld. Ze waren op het ergste voorbereid.
Het casino begon vol te lopen. En in die stroom van gasten liepen deze keer behoorlijk wat ongure types mee.
Ze schrokken enorm toen ze Wim Ruska en zijn mensen in de speelzaal zagen rondlopen. Vooral toen duidelijk werd dat de judoka's bij rottigheid niet zouden aarzelen om gasten en casinomensen te beschermen.
Fluisterend stonden de vechtersbazen in groepjes bij elkaar. Ze twijfelden wat te doen. Dit was niet wat ze hadden verwacht. Er werd gebeld om instructies.
Uiteindelijk dropen rond 01.00 uur 's nachts de knokjongens met de staart tussen hun benen af.
De veiligheidsmensen wisten zich het zweet van hun voorhoofd. De zaalleiding slaakte een diepe zucht. En Wim Ruska sloeg lachend op de schouders van de directeur. Op een paar kleine incidenten na was er niets noemenswaardigs gebeurd. De casinoleiding had gegokt en gewonnen!
De volgende weken bleef het ook rustig. De illegale casinowereld realiseerde zich dat het vechten tegen de bierkaai zou worden. Men legde zich bij de casino-ontwikkelingen neer.
Kapitalen achtergelaten. |
De Haagse en Amsterdamse casinobazen zijn nog wel in het casino geweest. Maar dan als gasten. Ze wisten dat ze in een veilige omgeving konden spelen en de spellen betrouwbaar waren.
Ze hebben kapitalen achtergelaten. Want ze zijn vrij snel door het casino in een stevige 'houdgreep' genomen.
Daar had men Wim Ruska deze keer niet voor nodig.
* Wim Ruska (1940-2015) heeft tijdens zijn judocarrière twee olympische titels, twee wereldtitels en zeven Europese titels gewonnen. Hij werd vele malen Nederlands kampioen.