De Schatbewaarder

Mijn eerste kennismaking met een casino was in Oostende. Ik ging daar samen met mijn zwager Piet naartoe tijdens de zogenaamde 'Culinaire Weekenden'. Een gelegenheid bij uitstek om heerlijke gerechten te combineren met de spanning van het spel.
Ik keek mijn ogen uit.


De gedragen deftigheid waarop alles plaatsvond... De gasten die haast achteloos plakken op de speeltafel neerlegden, met een waarde waarvoor ik als student jarenlang dagelijks zo'n twintig krantenwijken zou moeten rijden... De croupiers aan de Franse Roulette en de Baccarat die met verfijnde techniek hun superioriteit demonstreerden... De rituelen in de speelzaal.... Een fascinerende wereld die me meteen hartstochtelijk omarmde en nooit meer losliet.

Toen ik een aantal jaren later zelf croupier werd in het eerste Nederlandse casino, werd het een belangrijk deel van mijn eigen wereld.

Beetje bij beetje vervaagde de romantische glans van die eerste kennismaking in Oostende. Al gauw bleek het een wereld van hard werken en een rauwe werkelijkheid te zijn waarin het casinopersoneel de toevloed van gasten en geld in goede banen probeerde te leiden.

De croupiers, weliswaar in een elegante smoking en hun vrouwelijke collega's in chique jurken bleken gewone mensen te zijn. Hoewel zeker in de begintijd, er een aantal tussen liep dat karakteristiek en zeer bijzonder was.

Als croupier keek je met een zekere twinkeling in je ogen en met een soort meewarigheid naar sommige gasten die de speelzaal bevolkten.

Sommigen renden van tafel naar tafel om vooral niets te missen als het rouletteballetje rolde. Met rood aangelopen gezichten speelden ze alsof hun leven ervan afhing.

Met een soort tunnelvisie bestormden ze de speeltafels, waarbij alles wat in hun weg kwam haast plat gewalst werd.
Niet zelden veroorzaakte dat problemen met hun medespelers die weggeduwd werden of met croupiers die hun te late inzet moesten weigeren. Natuurlijk viel dan de kogel in het nummer dat de gast wilde zetten!

Als je mocht denken dat croupiers zich rustig en waardig gedroegen, wanneer ze in het buitenland een casino bezochten (in Nederland mochten ze niet spelen) bij bijvoorbeeld een bowling- of tenniswedstrijd met casino-collega's, dan heb je het goed mis.

Natuurlijk was dit maar een klein aantal, maar toch...

Bij het binnenkomen in de speelzaal maakte iets het slapende gokvirus bij hen met een schok wakker. Ogen begonnen te gloeien en met een verbeten trek om de mond renden ze van tafel naar tafel om hun spelletje te spelen. Precies zoals een aantal gasten in hun eigen casino deed.

Dat ze die gasten tijdens hun werk vanwege dat gedrag met een zeker dedain bekeken deed er niet toe. Als ze zichzelf op camera zouden terug zien, zouden ze zich wellicht schamen. Zelfs twijfelen of zij dat werkelijk waren.

Soms hadden collega's bij zo'n casinobezoek in Duitsland of Frankrijk flink geluk. En werd er een grote som geld gewonnen.

Iedereen wist dat die stapel chips net ijsklontjes waren. Langzaam smolten ze in de hete temperatuur van het koortsige gokspel, totdat er niets meer van over was.

Op een van die momenten wierp een collega die niet speelde (ook die bestonden) zich op als schatbewaarder. Als iemand haar een gedeelte van de speelwinst zou geven om te bewaren, zou ze die de volgende dag terug geven. Maar echt ook pas de volgende dag!

Al zou de collega die zijn winst in bewaring gaf op zijn kop gaan staan, bidden en smeken, dreigen, wat dan ook, hij of zij kreeg het geld echt alleen pas de volgende dag terug.

Een paar collega's besloten in hun wijsheid een beroep te doen op de schatbewaarder. Want zij wisten maar al te goed wat er gebeurde als ze dat niet deden.

Soms waren de drama's niet van de lucht. En kwam een enkeling tóch in de loop van de avond zijn winst opeisen. Een resoluut "Nee!" was dan het antwoord.

Er werd soms gevloekt en gesmeekt om het geld, zíjn geld immers, terug te geven. Op alle mogelijke manieren werd er druk uitgeoefend op de collega die het geld in bewaring had.

Maar die hield stand tegen de tsunami aan argumenten om het geld te overhandigen.

De volgende dag werd er soms een traantje weggepinkt. Volgde er een omhelzing en een serie dikke zoenen. En was de collega die het geld in bewaring had gegeven bijna euforisch blij. 

Het geld, "goed te gebruiken voor de verbouwing van de keuken", was er nog! Dankzij de keiharde opstelling van de schatbewaarder.

Ze had de avond tevoren echter super stevig in haar schoenen moeten staan om niet toe te geven.

Bij één gelegenheid leverde dat haar zelfs schoenen op!

Een collega, die intens blij was dat ze zijn speelwinst niet wilde teruggeven 's avonds, kocht voor haar als dank een paar van de allerbeste bowlingschoenen...